logo fokkelien

 AstroCursus

Les 1: De basis

Onderwerpen

1  Inleiding
    Astronomie & astrologie
    Van voorspellende naar psychologische astrologie

2  Grenzen van de astrologie
    Astrologie, psychologie & geneeskunde
    Waarom kan een astroloog een seriemoordenaar niet herkennen?
    En toch...

3  Astrologie: werking
    Geocentrisch en dús krankzinnig?
    Wat kun je aflezen uit een horoscoopfiguur?
    De ideale partner vinden via de sterren?

Deze les bevat vijf voorbeelden. Je kunt deze ook apart bekijken, zie links in de rechterkolom.

1   Inleiding

Astrologie is een kunde die berust op ervaring. Het hechte symbolische systeem dat wij nu nog steeds gebruiken, is al eeuwen oud. Dat strak-systematische maakt de astrologie aantrekkelijk: het biedt de illusie dat er een zekere orde is in de chaos van het be­staan. Onze astrologie komt voort uit die van de Babyloniërs, die zich er zo omstreeks 2000 vC al intensief mee bezig hielden.
Links een Babylonische horoscoop voor 2-5 februari 298 vC. In de artikelenserie ‘Geschiedenis van de astrologie’ op deze site kun je hier meer over lezen.

1.1   Astronomie en astrologie

Tot in de zeventiende eeuw hield astrologie ook in wat wij nu astronomie noemen. Men zag het als één vak, dat bestond uit een technisch en uit een praktisch deel. Astrologen berekenden de banen van zon, maan en planeten en ze observeerden verschijnselen aan de hemel. Tot zover waren ze aan het werk als wat wij astronomen noemen. Maar ze gingen nog een stap verder, want ze deden voor­spellingen op basis van hun berekeningen, en dat noemen wij nu astrologie. Geleerden als Plato, Aristoteles en Pythagoras bedreven astrologie. De vader van alle artsen, Hippocrates, heeft geschreven dat wie arts wil worden zonder kennis van de astrologie, ronduit dom is.

Tot het eind van de middeleeuwen moest iedere universitaire student eerst een meestertitel (vergelijkbaar met een doctoraal oude stijl) halen in de zeven Artes Liberales (Vrije Kunsten). Eén van de zeven onderdelen was astronomie, dat uiteen viel in astronomie (het observerende deel) en astrologie (het betekenisgevende deel). Was je eenmaal Magister Artium en je kon of wilde niet meer verder maar je moest wel je brood verdienen, dan kon je horoscopen maken voor hooggeplaatste lieden. Veel geestelijke en wereldlijke bestuurders, zelfs de paus, hadden tot ver in de zeventiende eeuw astrologen in dienst.
Het doel van die eerste zeven jaar was om de studenten het Latijn te leren beheersen als hun moedertaal. Alle colleges waren in het Latijn, en dat gold ook voor discussies, studieboeken, etc. De studie duurde zeven jaar, daarna kon je beginnen aan je volgende ‘doctoraal’studie: theologie, recht, of geneeskunde. De meeste studenten deden er veel langer over, want het Latijn was een enorm struikelblok. Degenen die na de opleiding Artes Liberales doorstudeerden in de geneeskunde, kregen er nog een verplicht blok medische astrologie bij.

Een van de laatste wetenschappers die ook overtuigd aanhanger en beoefenaar zou zijn geweest van de astrologie, was Newton (17e eeuw). Er kwam in die tijd meer en meer kritiek op de magische tak van de astronomie. Toen Newton tijdens een bijeenkomst van de Royal Society werd aangesproken op zijn ‘geloof’, zei hij: “Well, Sir, I have studied the matter and you clearly have not.”
Ik vond dit altijd een mooi verhaal, vooral omdat ik Newton met zijn deftige gezicht deze zin in mijn ‘geestesoor’ hoorde uitspreken in bekakt Engels. Hij heeft de zin waarschijnlijk inderdaad geuit, dus mijn geestesoor lijkt in orde te zijn, maar het was wel in een andere context. Zie voor het precieze verhaal de website van Rob van Gent, onderzoeker aan het Mathematisch Instituut van de Universiteit Utrecht.
Hoe dat ook zij, sinds halverwege de 17e eeuw verloor de astrologie meer en meer haar betekenis en heeft die ook niet meer terug gekregen, al is er vanaf het eind van de 19e eeuw wel weer een heropleving begonnen.

Naar boven

1.2   Van voorspellende naar
       psychologische astrologie

Voorspellen was het oorspronkelijke doel van de astrologie, en in feite is dat aspect voor velen nog altijd het interessantst, getuige de populariteit van tijdschrifthoros­copen, Astro TV en dat soort bronnen. Maar hoe is de psychologische astrologie ontstaan?

Voorspellingen werden al van oudsher gebaseerd op een persoonlijke horoscoop, meestal die van een vorst, omdat het lot van een koning of keizer natuur­lijk nauw verbonden was met dat van zijn land.

Rechts zie je een vierkante horoscoop uit het Griekenland van 497 nC (voor 28 oktober). Tot ver in de Middeleeuwen werden vierkante horoscopen getekend, en sommige astrologieprogramma's bieden nog steeds de mogelijkheid deze te maken. Ook in India worden nog steeds vierkante horoscopen gemaakt. In mijn reeks artikelen over de geschiedenis van de astrologie vertel ik meer over deze en andere oude horoscopen, en bekijken we wat er precies staat.

Er bestaat een anecdote over de tweede keizer van Rome, Tiberius (geboren 16 nov 42vC, overleden 16.03.37nC, keizer geworden in 14nC). Of het echt is gebeurd weet ik niet, maar het is wel een mooi verhaal, dat een indruk geeft van de status van astrologen in de Romeinse tijd. Tiberius had een astroloog in dienst die zo bekwaam was, dat hij wel erg veel wist, en dus wilde Tiberius hem uit de weg ruimen. Het leek hem het beste dit hoogstpersoonlijk aan te pakken en hij nodigde de man uit voor een wandeling over de muur van het paleis. Op een bepaald punt kon Tiberius de astroloog dan een zetje geven, zodat die te pletter zou vallen op de keien.
“Weet je ook alles van jezelf af?” vroeg de keizer hem vlak voor ze de fatale plek bereikten.
“Ja zeker”, zei de astroloog, “Ik weet bijvoorbeeld dat ik me op het ogenblik in levensgevaar bevind. U ook trouwens, want het staat in de sterren dat u 24 uur na mij zult sterven.”
Tiberius heeft de man verder ongemoeid gelaten.

Voorspellen mocht dan het doel zijn van de astrologie, maar om dat te kunnen doen, ging men uit van iemands geboortehoroscoop. De meer psychologisch ge­oriënteerde astrologie heeft zich in de loop der eeuwen dus ontwikkeld als bijproduct van de voorspellende astrologie.
Rond het begin van de zeventiende eeuw legde Jean Baptiste Morin de Villefranche de basis voor de psychologische astrologie als wetenschap op zichzelf. Hij maakte gebruik van traditionele berekeningen, indelingen en betekenissen die vanouds aan bepaalde posities werden gegeven, en probeerde deze uit te werken tot een syste­matisch instrument om iemands karakter te beschrijven. Het hele stelsel dat we nu nog gebruiken om een horoscoop te duiden, is door hem opgezet. Zijn verklaringen zijn door hun zwaar geladen taalgebruik uit de tijd, maar de functies van tekens, huizen en planeten in een horoscoop, de afweging van de belangrijkheid van ver­schillende posities, de betekenis van elementen - kortom, het ‘duidings­systeem’ dat we nog steeds gebruiken - is terug te voeren op zijn werk. Een belangrijk verschil met onze huidige astrologie is, dat het zonneteken nog niet de centrale rol vervulde die het nu heeft. Die vernieuwing hebben we aan de Engelse astroloog Alan Leo te danken, zie mijn artikel Een toekomst voor astrologie als wetenschap?

Tegenwoordig concentreert de serieuze astrologie zich op iemands karakter, per­soonlijkheid en mogelijkheden. Om toekomstige ontwikkelingen in iemands leven te bepalen, wordt de geboortehoroscoop als uitgangspunt gebruikt. Wanneer een astroloog vooruit kijkt, dan is dat gebaseerd op de eigenschappen van het individu. Het idee is dat je je eigen toekomst voor een deel in je draagt. Om een voorbeeld te noemen: iemand die stottert zal niet gauw een publiek redenaar worden, tenzij hij of zij een vechter is - en dat valt af te lezen uit de horoscoop - of tenzij er omstan­digheden buiten het individu zijn die hem of haar daartoe dwingen; dat kunnen ouders zijn, een krisis, de tijd waarin je leeft, je sekse of wat dan ook - en dat soort zaken is veel moeilijker te lezen uit de horoscoop.

Er is ook nog een vorm van voorspellende astrologie die hier buiten beschouwing blijft omdat het meer een orakelmethode is dan astrologie: de uurhoekastrologie. William Lilly is de grote naam die bij deze methode hoort, een Engelsman uit de 17e eeuw, die er zeer veel over heeft gepubliceerd. Uurhoekastrologie heeft mijns inziens meer gemeen met tarot en allerlei orakelmethoden dan met astrologie. De astroloog baseert zich op de datum en het exacte tijdstip waarop hij of zij kennis heeft genomen van de vraag, en interpreteert dan de planeetposities die op deze wijze tevoorschijn komen. Ook bij deze methode kan de geboortehoroscoop mede in beschouwing worden genomen, maar dat gebeurt zeker niet altijd.
Uurhoekastrologie wordt veel beoefend. Zelf heb ik er vijf boeken over doorgewerkt en ik heb er best aardige resultaten mee behaald. Astrologen als Liz Hathway, Zus Luyckx en Herman van Roey zijn er heel goed in, persoonlijk ben ik ondanks alles niet zo geïnteresseerd. Maar wat niet is kan nog altijd komen. Zeg nooit “Nooit”.

Naar boven

2   Grenzen van de astrologie

In de loop van de twintigste eeuw zijn er diverse pogingen ondernomen om te bewijzen dat astrologie al dan niet wetenschappelijk verantwoord is. Het blijkt heel moeilijk te zijn om tot een goed gefundeerd oordeel te komen. Op de website van de NVWOA, de Nederlandse Vereniging tot Wetenschappelijk Onderzoek naar de Astrologie, zijn artikelen te vinden over onderzoek naar de astrologie. Verder staat er materiaal op van de drie symposia ‘Astrologie & Wetenschap’ die in 2014, 2016 en 2019 zijn gehouden. Zie de links in de smalle kolom ‘Inhoud’.
Op AstroCursus vind je allerlei informatie onder ‘Artikelen’.

2.1   Astrologie, psychologie & geneeskunde

Wetenschappelijk gezien valt de waarde van de astrologie nog moeilijk te bewijzen, maar er wordt wereldwijd hard aan gewerkt om daar verandering in te brengen. Ik vind onderzoek belangrijk en ik ben dan ook lid van de NVWOA, maar persoonlijk vind ik het niet zo'n probleem of astrologie ‘bewijsbaar’ is of niet. Ik beschouw het niet als een wetenschap in de bèta-betekenis, maar dat geldt mijns inziens ook voor bijvoorbeeld psychologie en voor geneeskunde voor zover het niet om technische aspecten gaat.

Wat psychologie betreft - in ieder geval de tak die zich bezighoudt met de mense­lijke persoonlijkheid - valt me op dat indelingen in persoonlijkheidsprofielen e.d. worden gebaseerd op vragenlijsten waarbij mensen zichzelf moeten inschatten, een mijns inziens zeer wankele basis.

En wil je weten hoe het zit met het vak geneeskunde (dat tegenwoordig typerend genoeg ‘medicijnen’ heet, het gaat immers meer om pillen dan om genezen), lees dan bijvoorbeeld het boek ‘Complications’ (2002) van de Amerikaanse chirurg Atul Gawande. Ziehier de volledige titel: Complications. A Surgeon's Notes on an Imperfect Science. Het boek is ook in 2002 in het Nederlands vertaald, maar let op het belangrijke verschil in de titel: Complicaties: notities van een chirurg. Ik heb de vertaling niet gelezen, maar gezien de titel vrees ik het ergste…
In Nederland droeg de hartchirurg A.J. Dunning vergelijkbare standpunten uit, zie bijvoorbeeld zijn boek Broeder Ezel uit 1982 over het onvermogen van de geneeskunde.

Tests op basis van zelfevaluatie

En juist uitgaande van die wankele basis van zelfevaluatietests wordt de waarde van astrologie vaak gemeten. Mensen moeten hun geboortedatum opgeven en krijgen ellenlange vragenlijsten voorgelegd over hoe ze zijn (bent u introvert, extravert, emotioneel, niet (erg) emotioneel, enz., enz.) en daarbij moeten ze bijvoorbeeld op een vijfpuntsschaal aangeven in hoeverre een bepaalde eigenschap al dan niet op hen van toepassing is. De resultaten worden vervolgens vergeleken met astrolo­gische typeringen die bij een bepaald sterrenbeeld horen. Van Rammen mag je bijvoorbeeld verwachten dat ze significant hoog scoren op extraversie, Kreeften op emotionaliteit, en dergelijke. Dit soort verbanden is echter nooit overtuigend aangetoond.

Voor astrologen is zoiets duidelijk: wanneer een Ram bijvoorbeeld ascendant Steenbok heeft, blijft er weinig over van zijn extraversie, maar zelfs al is hij een dubbele Ram, wanneer Saturnus in de ascendant staat, zet dat een effectieve rem op het naar buiten gerichte van de Ram. Bovendien is een Ram - ik zou haast zeggen per definitie - niet introspectief ingesteld. En wat de Kreeften betreft: de meesten willen helemaal niet weten dat ze emotioneel zijn; daar schamen ze zich voor, dus in een test zullen ze dat zoveel mogelijk proberen te verbergen, en al zeker in een zelfevaluatietest.

Naar boven

2.2   Waarom kan een astroloog een
seriemoordenaar niet herkennen?

Ook tegenstanders van de astrologie zagen wel in dat de bezwaren van astrologen tegen dit soort bewijsmethoden niet helemaal onterecht waren. En dus werden er andere tests bedacht. Men legde ze horoscopen voor van jong gestorven kinderen, seriemoordenaars, mensen met ernstige ziekten, enz., enz. Ook hier weer met rampzalige resultaten voor de astrologie.

Het heeft mij altijd verbaasd dat astrologen met dit type tests akkoord gingen (en nog steeds gaan), want ze zijn onzinnig. Vermoedelijk hebben ze nooit nagedacht over de grenzen van de astrologie en hebben ze er daardoor overspannen verwach­tingen van.
Wat die grenzen betreft: je kunt uit een horoscoop niet aflezen of iemand een (serie)moordenaar is, en ook niet of hij vroeg dood gaat dan wel in goede gezond­heid de 100 jaar zal halen. Dit zijn zaken die je niet zozeer meekrijgt bij je geboor­te, maar die voor een belangrijk deel worden veroorzaakt door omstandigheden buiten je zelf.
Of iemand al dan niet fysiek sterk is, kan nog wel worden afgelezen uit de horos­coop, hoewel deze op dit punt vaak tegenstrijdige informatie bevat en het dus lastig is de gegevens goed te interpreteren. Maar hoe het met de hygiëne in de omgeving, de gezondheid van de moeder, enz., enz. is gesteld - dat is een andere zaak! Iets dergelijks geldt voor een seriemoordenaar. In de horoscoop is te zien of iemand charmant overkomt maar onder de oppervlakte zeer driftig is, de neiging heeft onte­vreden te zijn met zijn of haar lot e.d. Maar het is al nauwelijks meer uit te maken of iemand ook daadwerkelijk gewelddadig zal worden, laat staan dat dit vaker zal gebeuren en tot moord leidt.
Bovendien worden er op een bepaald moment op een bepaalde plaats (bijvoorbeeld een ziekenhuis) vaak verschillende kinderen geboren en die gaan beslist niet alle­maal op hetzelfde moment dood, evenmin als ze allemaal seriemoordenaar zullen worden. En zelfs al gaat het om geboorten die gelijktijdig plaatsvinden maar wat verder van elkaar, bijvoorbeeld in Amsterdam, Leiden en Zaanstad, dan nog zijn de horoscopen niet dermate verschillend dat je kunt verklaren waarom de één gaat moorden en de ander een nette burger wordt die nu en dan een fikse driftbui krijgt.

Overigens is er statistisch onderzoek gedaan naar seriemoordenaars, zie de website van de NVWOA. In het artikel in kwestie gaat het erom welke astrologische kenmer­ken seriemoordenaars gemeen lijken te hebben, een heel andere benadering dan een astroloog de seriemoordenaar te laten zoeken uit een serie horoscopen.

In het laatste onderdeel van deze les komen we nog een keer op dit zeer belangrijke punt terug (voorbeeld 1.4).

Naar boven

2.3   En toch...

Wat astrologie voor bepaalde mensen vermoedelijk lastig verteerbaar maakt, is het verband met ‘de sterren’. Dat doet denken aan magie, en daar houden ze niet van. Ik wil hier niet ingaan op allerlei theorieën die er over dit onderwerp bestaan, maar alleen dit zeggen: onze individualiteit zou je kunnen zien als een kleine wereld op zichzelf, die een afspiegeling vormt van een zeer grote wereld - populair gezegd de ‘hemel’ - op het moment van de geboorte. In het algemeen kiezen astrologen niet de conceptie als uitgangspunt, omdat de mens volgens hen een individu wordt op het moment dat hij de baarmoeder verlaten heeft en zijn eerste schreeuw geeft.
Er wordt wel onderzoek gedaan naar ‘prenatale horoscopie’, maar dat valt ver bui­ten het bestek van een basiscursus. Als je geïnteresseerd bent in het onderwerp, zou je eens kunnen kijken op de fraaie en interessante website van kunstenaar & astroloog Eg Sneek.

Hoe dat ook zij, het verbaast me nog steeds hoe veel ik kan zeggen over mensen die ik nooit gezien heb, alleen maar op basis van hun horoscoop, en hoe vaak ook de meest onverwachte dingen blijken te kloppen. In de basiscursus komen verschillende voorbeelden aan de orde.


Voorbeeld 1.1: De zwijgende tweeling
Een interessant geval is dat van de zwijgende tweeling, twee zusjes die jarenlang alleen met elkaar optrokken, tegen niemand ooit een mond opendeden, samen op hun kamer boeken schreven en alleen ‘s nachts naar beneden kwamen om eten uit de koelkast te halen. In hun puberteit raakten ze in hun verlangen naar liefde onder de invloed van verkeerde vriendjes en pleegden alle mogelijke wandaden (brandstichting, inbraak, enz.). Het boek over dit tweetal is adembenemend en bevat ook hun geboortegegevens.

Toen ik de horoscopen had getrokken, was één ding duidelijk: ze bevatten opmerkelijke punten, maar eerlijk is eerlijk: als ik niets van hun tragische levensloop had geweten, zou ik dat niet uit deze horoscopen hebben gehaald. Bovendien zijn er vermoedelijk op of rond het tijdstip dat deze tweeling werd geboren meer kinderen ter wereld gekomen op ongeveer dezelfde plaats met wie verder niets speciaals aan de hand was.

De omstandigheden waren wel merkwaardig: twee zusjes die 10 minuten na elkaar worden geboren - wie weet hoe twee sterk op elkaar lijkende horoscopen elkaar beïnvloeden? En in hoeveel gezinnen zou het mogelijk zijn dat twee zusjes zich jarenlang aan het gezinsleven onttrekken zonder dat iemand daar iets aan doet? Het ging niet eens om een ‘a-sociaal’ gezin, maar om tamelijk welgestelde mensen - een zwart echtpaar met vier kinderen in de Verenigde Staten (de vader was in dienst van de RAF als assistent- verkeersleider). Kortom, ook hier geeft de horoscoop wel aanvullende informatie, maar de problemen zijn er niet uit af te lezen. Je kunt de horoscopen bekijken op deze site, zie ook de links onder ‘Horoscopen’ in de zijkolom.

Naar boven

3   Astrologie, werking

De astrologie werkt geocentrisch, d.w.z. dat de stand van de sterren en planeten wordt bestudeerd vanuit de aarde. Zo bezien bewegen de Zon, Maan en planeten zich door de dierenriemtekens. Weet men datum, plaats en uur van de geboorte, dan kunnen de standen van de planeten e.d. worden berekend. Is iemand bv. een Ram, dan wil dat zeggen dat de Zon op de geboortedag in het teken Ram stond. De Zon doet er gemiddeld 30 dagen over om door een teken te lopen, en keert ieder jaar om ongeveer dezelfde tijd terug op hetzelfde punt. D.w.z., in welk jaar iemand ook geboren is, als hij of zij tussen 21 maart en 20 april is geboren, is hij of zij een Ram.

Wanneer iemand op de grens van een bepaald teken is geboren, bijvoorbeeld op 20 april zoals Adolf Hitler, dan kan met behulp van speciale tabellen (ephemeriden; deze zijn ook verwerkt in astrologieprogramma's) worden bekeken of de geborene Ram is of Stier. Hitler is nét een Stier. Twijfel over dat gegeven is er nauwelijks, want volgens de Rodden Rating zijn de gegevens m.b.t. Hitler van categorie AA. Dit in tegenstelling tot de DD in het geval van Pim Fortuyn, zie Wat is ‘je sterrenbeeld’? In Bronnen vind je meer informatie over Astro-Databank en de Rodden Rating.

Geocentrisch bezien draaien ook de dierenriemtekens om de aarde. Gemiddeld elke twee uur verschijnt er een ander teken aan de horizon. Dit teken wordt ascendant genoemd oftewel het rijzend teken. De ascendant valt samen met het begin van huis 1 en geeft het uiterlijk en optreden aan: welk masker draagt men tegenover de buitenwereld.
Het dierenriemteken aan de midhemel (begin van huis 10) duidt het beroepspunt aan, maar geeft ook info over iemands reputatie in de wereld. Het wordt aangeduid met de letters MC (Medio Coeli). Recht ertegenover ligt het IC (Imum Coeli), het gezinspunt.

Naar boven

3.1   Geocentrisch en dús krankzinnig?

Mensen die sceptisch tegenover astrologie staan, gebruiken het feit dat astrologie geocentrisch werkt vaak als argument om ertegen te zijn. Draait de aarde niet om de Zon, en is het dus niet krankzinnig om een ‘geloof’ aan te hangen dat een ander uitgangspunt heeft? Zie voor een uitvoerig antwoord op deze vraag mijn artikel over astrologie als wetenschap.
De Zon en de Maan hebben invloed op het leven op aarde (seizoenen, eb en vloed), maar geldt dat ook voor de planeten? Volgens sommigen wel, en er wordt onder­zoek naar verricht. Zelf geloof ik dat het meer gaat om een afspiegeling. De horos­coop is een tekening, een afbeelding, van de stand van bepaalde sterren en plane­ten op het moment en op de plaats dat je geboren bent en deze sterren en planeten zijn symbolen voor bepaalde eigenschappen. Voor iemand die tegelijk met jou een kilometer verderop is geboren, staan ze alweer een beetje anders, en vaak kunnen een paar minuten vroeger of later al een heel verschil in interpretatie opleveren.


Voorbeeld 1.2: Tien minuten later
Ik had de horoscoop van een vriendin getrokken, maar toen ik hem af had, vond ik dat hij op een paar kleine punten niet klopte met wat ik van haar wist. “Volgens mij ben je tien minuten, maximaal een kwartier later geboren”, zei ik. Maar ze wist zeker dat ze de tijd goed had. Een paar maanden later belde ze me op. In een oud dagboek van haar moeder had ze haar geboortebewijs gevonden. Ze was inderdaad 10 minuten later geboren dan ze mij had opgegeven.
Als het geboortetijdstip niet (bij benadering) bekend is, wordt een reconstructie zoals deze overigens veel lastiger, omdat het aantal gerichte vragen dat gesteld nu enorm toeneemt, evenals het aantal variabelen. Het onderwerp ‘geboortetijdcorrectie’ is alleen daarom al meer iets voor een cursus voor gevorderden.

Zelfs een paar minuten kunnen al een duidelijk verschil opleveren, maar aan de andere kant zijn het geen levensgrote verschillen, al lijkt dat soms op het eerste gezicht wel zo. Mensen die op dezelfde dag in het zelfde jaar en binnen een uur van elkaar zijn geboren, zullen vele eigenschappen met elkaar gemeen hebben. Ik geef weer een voorbeeld.


Voorbeeld 1.3: De verschillende tweelingbroers
Als ik lezingen heb gegeven of een artikel heb geschreven over astrologie, krijg ik vaak allerlei mails, soms zelfs echte brieven. Een van die brieven was van de helft van een tweeling. Hij schrijft onder meer: “Ik heb een tweelingbroer die totaal niet op mij lijkt, zowel qua uiterlijk als van karakter. Ik ben 55 minuten ouder dan hij. Hoe kan dat?” Toen ik de horoscopen had getrokken, verbaasde me dat niets. Ik citeer een stukje uit mijn antwoord aan hem:

“(…) Ik heb geen echte analyse gemaakt, maar toen ik jullie horoscopen naast elkaar zag, sprongen de verschillen onmiddellijk in het oog, hoewel er ook sterke overeenkomsten zijn, maar die zitten meer ‘diep van binnen’. Jullie hebben allebei de Zon en de ascendant in Steenbok, het MC (beroepspunt) in Schorpioen en de Maan in Waterman. Ook de andere planeten staan allemaal in dezelfde tekens. Met Mercurius in Boogschutter denken jullie allebei als Boogschutters: neiging tot filosoferen. Verder zijn jullie allebei betrouwbaar en harde werkers en zijn jullie geïnteresseerd in techniek en/of geneeskunde. Maar nu de verschillen: Je broer is opvallender dan jij, heeft duidelijk charisma en is socialer. Dat komt doordat hij Venus vlakbij de ascendant heeft staan (heeft te maken met uiterlijk en optreden) en Neptunus vlakbij het MC. Ik denk dat jij de meest exacte van de twee bent en dat je broer wat ‘vager‘ is dan jij. Verder heeft hij Zon in 11, het huis van vrienden en relaties, terwijl jouw Zon in 12 staat, het huis van het teruggetrokken zijn. Jij bent dus iemand die zich op de achtergrond houdt. De Zon staat wel dicht bij de ascendant, daarom denk ik dat je als kind erg verlegen bent geweest, maar daar inmiddels overheen bent gegroeid. Verder denk ik dat de verschillen tussen jullie erg opvallen, want ze zitten vooral aan de buitenkant. (…)”

Wat ik schreef, bleek waar te zijn. Het aardige is dat de broers nooit zo hadden gemerkt dat ze van binnen op elkaar leken: door de uiterlijke verschillen trokken ze weinig met elkaar op. Nu gaan ze meer met elkaar om, wat ze allebei uitstekend bevalt. Je kunt hun horoscopen hier bekijken. Ze verschijnen in een apart venster, dat je na gebruik weer kunt sluiten.

Naar boven

3.2   Wat kun je aflezen uit
een horoscoopfiguur?

En daarmee komen we op wat je wel en wat je niet uit een horoscoop kunt lezen. Een horoscoop geeft nooit een absoluut beeld, het is altijd betrekkelijk. Het gaat om aanleg, om neigingen, niet om een dwingend noodlot waaraan niet te ontkomen valt.
Je kunt op basis van een horoscoop geen uitspraak doen over iemands absolute intelligentie, wel valt het type intelligentie te bepalen.


Voorbeeld 1.4: Syndroom van Down
Een paar jaar geleden bestudeerde ik op verzoek van haar moeder de horoscoop van een toen ongeveer dertigjarige vrouw met het syndroom van Down. Haar geboortedatum en -jaar waren gelijk aan die van een journaliste uit mijn archief en de geboorte-uren verschilden maar weinig; de horoscopen waren dus bijna identiek. In beide gevallen stonden bijvoorbeeld Zon en Mercurius in Tweelingen. Dat wil zeggen: beide personen waren snelle denkers, mondig, breed, maar niet erg diep geïnteresseerd. Voor de journaliste klopte dat perfect, maar ook de vrouw met Down was een relatief snelle denker - ze had bijvoorbeeld heel aardig leren lezen en schrijven - en ze was bijzonder nieuwsgierig.

Ook kun je niet zeggen of iemand goed of slecht is. Onder bepaalde omstandig­heden kan iedereen misdadig uitvallen, vaak is de familie-achtergrond en niet te vergeten het land van geboorte, hier van minstens evenveel belang als de aanleg. De een is driftig en leert zich in te houden, een ander wordt geen strobreed in de weg gelegd en gaat zijn rauwe gang.
Of iemand objectief gezien ongelukkig of gelukkig wordt, is niet te zien, wel of iemand een leven met veel strijd tegemoet gaat, of dat het allemaal betrekkelijk glad verloopt. En ook of iemand tevreden is met zijn lot, of juist geneigd is tot ontevredenheid. Iemand die alles meezit in het leven, althans in ogen van anderen, hoeft niet gelukkig te zijn, terwijl iemand met een leven vol strijd toch tevreden kan zijn met zijn of haar lot.

Naar boven

3.3   De ideale partner vinden via de sterren?

De ideale partner kun je niet vinden via de sterren. Wel kun je zien tot wat voor type iemand zich aangetrokken voelt, en ook kun je twee horoscopen op allerlei manieren uitputtend met elkaar vergelijken om te zien hoe de relatie zal verlopen. Met de computer is dit een fluitje van een cent.
Amateur-astrologen doen vaak nogal absolute uitspraken over goede en slechte combinaties.


Voorbeeld 1.5: Partners, water en vuur
Zo wordt wel beweerd dat niets erger is dan een relatie tussen water en vuur, bijvoorbeeld een Kreeft en een Ram. Een goede astroloog bekijkt dat genuanceerder. Er zullen zeker grote karakterverschillen zijn tussen deze twee, omdat de tekens in wezen sterk van elkaar verschillen. Maar hebben de te vergelijken partners bijvoorbeeld allebei ascendant Steenbok, dan willen ze dezelfde dingen: zich een beetje terugtrekken, niet voortdurend op pad zijn en met andere mensen omgaan. En zo zijn er nog wel meer punten waarop je kunt letten. In les 5 kom ik daarop terug bij het bespreken van de patronen die de planeten maken.



Fokkelien von Meyenfeldt ©  1995-2015 en later

Home | NAAR BOVEN | sitemap

Laatste versie: maandag 02 augustus 2021